vrijdag 4 november 2011

Portobello.

Woensdag zijn we in Portobello aangekomen, 509 jaar nadat Columbus hier voor het eerst voor anker was gegaan. In 1586 is de baai door de Spanjaarden als Caribisch overslag centrum gekozen omdat de baai een uitstekende en beschutte haven bleek op een goede locatie. In 1597 is de stad San Felipe de Portobello gesticht, wat later een van de belangrijkste plaatsen werd waarvandaan de rijkdommen van Zuid en Centraal Amerika werden uitgevoerd. Tonnen goud en zilver werden vanuit Portobello naar de Spaanse commerciële hoofdstad Sevilla verscheept.

Nu is Portobello een slaperig stadje, met heel veel leegstaande huizen. We hebben hier al 4 “supermarkten” gezien die, net als in Suriname, allemaal gerund worden door Chinezen, en waarvan wij ons afvragen hoe ze kunnen bestaan omdat er niet veel klandizie is.

De kerk van San Felipe de Portobello,

met een houten beeld van de Zwarte Christus van Portobello, is een bedevaartsoord voor veel mensen uit Latijns Amerika. Op 21 oktober wordt ieder jaar het feest van de Zwarte Christus van Portobello gevierd. Volgelingen uit het hele land tot aan Costa Rica lopen op hun knieën naar deze kerk om hun respect te bewijzen.
Persoonlijk vind ik het al een heel eind om gewoon te lopen, als je dat stuk helemaal op je knieën doet moet je toch wel heel veel goed te maken hebben.

De bussen zien er overdag en ´s avonds gekleurd uit.