woensdag 30 maart 2011

Dominica.

Zaterdag zijn we van St. Lucia vertrokken naar Martinique waar we 1 nacht voor anker hebben gelegen en de volgende morgen door zijn gevaren naar Dominica omdat we een keus moeten maken in de eilanden die we nog aan willen doen voor het orkaanseizoen begint. Van Dominica horen en lezen we alleen maar positieve verhalen, dit willen we dus in ieder geval gaan bekijken.
Maandagmorgen zijn we eerst naar de customs in Roseau gegaan om in te klaren wat op ieder eiland weer terug komt en gelijk de plaats bekeken.

Het centrum is niet zo groot, door de orkaan David in 1979 zijn er veel oudere gebouwen verwoest. Toch staan er nog wat huizen uit de koloniale tijd.

In het kleine museum zijn hier ook nog voorwerpen en foto´s van te zien.
De verhuurders van de moorings verzorgen ook rondritten over het eiland waar we graag gebruik van maken. Na wat onderhandelen worden we het over de prijs eens en we worden dinsdagmorgen zelfs bij de boot opgehaald.

Eerst gaan we naar Morne Trois Pitons. Weer een prachtig stuk regenwoud wat door Unesco tot werelderfgoed benoemd is. Gelukkig hadden we onze regenjassen meegenomen, want het heeft bijna de hele dag geregend.

Daarna naar de Trafalgar Falls, een reeks warme en koude watervallen waar je ook in een bad kunt als je dit wilt.

Wij hebben dit gedaan bij de laatste stop bij Wotton Waven. Het warme water komt uit het Boiling Lake dat met een doorsnee van 100 meter het op een na het grootste kokende meer van de wereld is. Alleen in Nieuw-Zeeland ligt een groter meer.

Onderweg zien we nog wat kleine kokende poeltjes, de zwaveldampen ruik je in het hele gebied.

Deze boom is tijdens de orkaan David omgevallen en groeit sinds die tijd verder over de auto die hij verpletterd heeft.

zaterdag 26 maart 2011

Vrijdagavond in Gros Islet.

Vanmiddag hebben we eerst wat gedronken bij Lex en Ineke op de Bess. Een paar Nederlanders die in een jaar het rondje Atlantic doen.


Daarna zijn we naar Gros Islet, 10 minuten lopen van de haven, gegaan waar iedere vrijdagavond een groot straatfeest is waar de lokale bevolking en de toeristen lekker eten van de barbecues en dansen op de muziek uit de muziekboxen of die spontaan op geïmproviseerde instrumenten wordt gemaakt.

Mooi drumstel waar iedereen die dat wil op mag spelen.

vrijdag 25 maart 2011

Dag naar Soufrière.

Donderdag zijn we met de bus naar Soufrière, het oudste stadje van het eiland, gegaan.

Dit plaatsje ligt midden in de krater van een vulkaan. Het bijzondere aan deze vulkaan is dat hij niet uitgebarsten is maar ingezakt. Ze noemen dit een caldeira. De krater is tussen de 3 en 4 km doorsnee. Hij is ongeveer 32 tot 39.000 jaar geleden ontstaan en nog steeds actief. Aan de rand staan de Pitons, 2 bergen die 250.000 jaar geleden ontstaan zijn door het opstuwen van de aardbodem.

Sinds 2004 staat dit gebied op de werelderfgoedlijst van Unesco vanwege zijn bijzondere schoonheid.

De zachte ondergrond borrelt en geeft stoom af. Ze noemen hem la Soufriair wat betekent dat er zwavel in de lucht zit, wat goed te ruiken is.
Aan de rand van de krater is een botanische tuin met prachtige bloemen tussen de natuurlijke begroeiing aangelegd die naar de Diamond Waterfall leidt.

In het water van de rivier zitten diverse mineralen (sulfiet, koper, ijzer en mangaan) waardoor de waterval van dag tot dag van kleur verandert, afhankelijk welk mineraal op die dag de hoogste concentratie heeft.

De vogels zijn gewend dat er veel bezoekers rondlopen, zij zijn niet schuw en eten zelfs de kruimels uit je hand.
Na al dit moois weer op naar de bus voor de terugreis. Bij de stopplaats kregen we te horen dat de bussen naar Castries niet meer reden. De oplossing was eerst naar Vieux Fort, helemaal in het zuiden, daarvandaan met de bus naar Castries en uiteindelijk overstappen naar Rodney Bay, een reis van 3 uur in propvolle minibusjes. Niet echt iets om vrolijk van te worden, maar we mogen blij zijn dat we toch terug konden naar de haven.

woensdag 23 maart 2011

Rodney Bay, St. Lucia.

Vrijdag zijn we naar Rodney Bay gevaren waar de dealer van de Airbreeze windgenerator zit waar het onderdeel wat we nodig hebben naartoe gestuurd is. We liggen hier weer eens in een haven. Als we voor de eerste keer de steiger opstappen, komen we Gerd en Reta van de Allegra tegen, oude bekenden uit San Sebastián op La Gomera. Gerd is iemand die verstand heeft van computers en een sterkere antenne voor ons heeft om makkelijker wifi contact te hebben als er een zender binnen bereik is. De antenne van de computer is meestal net te zwak om goed te kunnen werken. Hij heeft deze ook voor ons op de laptops geïnstalleerd zodat we nu in deze haven een snelle internetverbinding hebben.
Op St. Lucia rijden ook kleine particuliere busjes die het openbaar vervoer op het eiland verzorgen. Dinsdagmorgen zijn we naar Castries gegaan. Dit is de hoofdstad van St. Lucia waar grote cruiseschepen aanleggen. Nu weten we ook waar al die mensen vandaan komen welke op de rondvaartboten zaten die we in Marigot Bay zagen.
In Castries zijn ze al goed gewend aan toeristen. De markt is vooral voorzien van kramen met souvenirs. Bij de eettentjes zie je voornamelijk lokale bevolking.



De Kathedraal van de onbevlekte ontvangenis heeft mooie kleurrijke fresco´s aan de wanden en een mooi bewerkt houten plafond, waar je de Afrikaanse en Caribische invloeden kunt zien.

Voor groenten en fruit hoeven we de boot niet af. ´s Morgens komt de varende groenteman voorbij en als we hem missen komt er ´s middags nog een over de steiger langs de boten.

vrijdag 18 maart 2011

Marigot Bay op St. Lucia.

Dinsdag hebben we nog wat rondgewandeld in Port Elisabeth en wat boodschappen gedaan.
De mensen zijn hier heel vriendelijk en behulpzaam.

Op de markt kun je goed vers fruit en groenten kopen, de verkopers proberen je allemaal naar hun kraam te lokken maar kunnen ook goed begrijpen als je een ander ook een gedeelte van de klandizie gunt.
Woensdagmorgen zijn we vroeg vertrokken voor de tocht naar St. Lucia.

Het eerste wat we van St. Lucia zien zijn de 2 Pitons, die het nationale embleem van het eiland vormen en op de vlag zijn afgebeeld.
Oorspronkelijk hadden we het plan om gelijk naar Rodney Bay te varen. Omdat het langer duurde dan we verwacht hadden zijn we aan het eind van de middag binnengelopen in Marigot Bay.

Het lijkt hier een beetje op Saint Tropez, een prachtige baai met een mooi uitzicht vanaf de boot met luxe winkeltjes en een paar leuke restaurantjes.

We hebben de indruk dat het hier een toeristische attractie is, want de hele dag varen hier een soort rondvaartboten rond vol met toeristen, waar ze allemaal vandaan komen is ons een raadsel.
Donderdag heb ik het wel gemist om niet zelf op de verjaardag van Maaike te kunnen zijn. Gelukkig hebben we hier in de baai internetverbinding op de boot waardoor we met haar hebben kunnen skypen en er toch een beetje bij waren. Ook Pa en Ma hebben we nog kunnen spreken zodat we weer helemaal op de hoogte zijn van alle dramatische gebeurtenissen op de wereld. Van wat er allemaal in Japan aan de hand is krijgen we niet veel mee. De lokale krant heeft wel een foto op de voorpagina maar gaat verder vooral in op de gevolgen die een eventuele orkaan voor deze omgeving zou kunnen hebben. Wat dat betreft mogen we toch blij zijn dat Nederlanders iets anders in elkaar steken.

dinsdag 15 maart 2011

Bequia.

Bequia blijkt net zo mooi en gezellig te zijn als de eerste indruk. We liggen vlakbij de Witte Raaf, van Petra en Jan-Willem die we ook al een keer gezien hebben in Suriname waar zij sinds 5 jaar wonen. Toen hebben we ze niet gesproken, dat hebben we nu ingehaald bij een drankje en ´s morgens bij de koffie.

Lower Bay.

Op hun aanraden zijn we ´s avonds naar Lower Bay gegaan omdat daar bij een restaurant op het strand op zondagmiddag altijd een soort jamsessie is. Deze zondag was er heel vroeg een soort instuif voor kinderen op de trommels geweest die al afgelopen was toen wij aankwamen. Niet zo´n ramp, want we hebben er heerlijk gegeten en later nog bij een andere zaak een poosje naar de muziek geluisterd.
Maandagmorgen zijn we naar de Old Hegg Turtle Sanctuary gewandeld. Dit is een opvangcentrum voor schildpadden opgezet in 1995 door Orton King.

Henk met Orton King in gesprek bij een van de bassins.

Hij vangt jonge Hawksbill turtles of karetschildpadden vanaf een paar weken op die hij met tonijn grootbrengt en ze, als ze 5 jaar zijn, weer uitzet in zee. Hij verwacht dat ze dan sterk genoeg zijn om te overleven.

Een van de grotere Hawksbill Turtles

Omdat schildpadden steeds terugkeren naar het strand waarvandaan ze in zee gaan zet hij ze op verschillende eilanden uit. In het opvangcentrum zijn de schildpadden in diverse leeftijden te bewonderen.

De wandeling ernaartoe was heel mooi, dwars over het eiland naar de andere kust waar weer prachtige baaien met schilderachtige stranden liggen.

zondag 13 maart 2011

Tobago Cays.

Woensdagmorgen zijn we van Carriacou vertrokken naar Tobago Cays. Een groepje kleine verlaten eilandjes vlakbij Mayreau beschermd voor de open oceaan door het Horseshoe Reef.
Het water rond deze eilandjes heeft allerlei kleuren blauw en groen en is glashelder. De stranden op de eilandjes zijn mooi wit in contrast met het heldere water.

Op de foto kun je de kleuren van het water goed zien en de hoefijzervorm van het koraalrif waar de branding op breekt. In de baai zwemmen roggen en schildpadden regelmatig langs de boot. Als er een schildpad zijn kop boven het water uitsteekt is het net of E.T. de boel aan het verkennen is. Ze grazen onder water op begroeide plekken. Ze herkennen volgens mij ook een fototoestel, want zodra je die in je handen hebt duiken ze onder en komen niet meer boven. Bij de strandjes is het mooi om te snorkelen, tussen de koralen zwemmen de vissen om je heen.
Tobago Cays is een nationaal park waar discussies over gaande zijn om er een soort toeristische attractie van te maken met winkeltjes, gebouwen enzovoorts. Nu zijn er een stel verkopers die met hun bootje naar je toe komen met brood, vis en t-shirts.

Sidney komt ´s morgens vroeg met brood. Na het ontbijt verkoopt hij T-shirts.

Woensdag hebben we onszelf verwend met een verse kreeft. ´s Middags hebben we er een uitgezocht die ze om 6 uur klaargemaakt kwamen bezorgen.
Wij vinden dit een van de mooiste plekken die we tot nu toe hebben gezien.

Een van de mooie stranden op een eilandje van de Tobago Cays.

Vrijdag zijn we uit dit paradijs vertrokken naar Bequia, ook een eiland wat bij de Grenadines hoort, net ten zuiden van St. Vincent. Op het eerste gezicht ziet het er hier heel mooi uit met een gezellig plaatsje aan de baai waar we voor anker liggen.

dinsdag 8 maart 2011

Carnaval op Carriacou.

Zondag begon het carnaval op Carriacou. We hebben de hele middag al een voorproefje gehad van keiharde muziek die over de baai heen knetterde. Dit was ter voorbereiding van het feest wat voor de jeugd van Harvey Vale georganiseerd werd. Het bleek een soort disco te zijn, die voor de gelegenheid voor een paar winkeltjes opgebouwd was, waar alle gelukkigen die een kaartje hadden binnen onder de sproeiers stonden te dansen. De anderen hebben het feest op straat gevierd. Wij hadden gehoord dat er in het stadion vanaf 9 uur een calypsofestival werd gehouden. Daar aangekomen was het nog helemaal stil, de hekken bleven dicht. Wij gingen al twijfelen of we wel op de juiste plek waren, maar er kwamen steeds meer mensen. Bij een tentje met zicht op de ingang hebben we gewacht op de gebeurtenissen. Als je hier aan iemand vraagt hoe laat iets begint krijg je een nietszeggend antwoord zoals, `jus now`, wat zoiets als `het begint zo` betekent en wat in werkelijkheid betekent dat niemand het weet. Het begon uiteindelijk om 11 uur met een optreden van een steelband van een grote groep enthousiaste jongelui. Het calypso festival bleek een soort lokaal songfestival te zijn met optredens van jongelui uit de buurt die zeker geen calypso lieten horen. We hebben er een paar bekeken tot we genoeg house muziek hadden gehoord. In Hillsborough is het feest tot 11 uur ´s morgens doorgegaan. Dat merkten we toen we maandag in het begin van de middag aankwamen om naar de parade te kijken. De straat waar het feest gevierd was lag helemaal vol met lege flessen en allerlei andere troep. Hier en daar lagen ook wat mensen te slapen of waren nog steeds bezig met het feest. In Nederland is het mode om een klein stukje van je onderbroek te laten zien, hier moet de hele onderbroek te zien zijn. Of het lekker zit weten we nog niet. De aanvangstijd van de parade was eigenlijk 12 uur. Dit liep uit tot half 5 en was een optocht met 2 kindergroepen en een klein groepje danseressen in luchtige kostuums in maat variërend van XS tot XL, wel allemaal met deinende billen, een kunst die ze met de geboorte meekrijgen, want de kleintjes maken dezelfde bewegingen. De volwassenen. De kinderen. Aan de meeste kinderen was te zien dat ze heel lang hebben moeten wachten, vooral de kleintjes zagen er heel moe uit. Dinsdagmorgen ben ik nog even voor een paar boodschappen naar Hillsborough gegaan. Daar begon net de Shakespeare Mas. Een soort straattoneel waar iedereen omheen staat. Door geldgebrek bij de organisatie waren ook dit maar 2 groepen, maar wel leuk om te zien. Zo hebben we toch nog iets van het carnaval meegemaakt. Toneelspelers in actie.

zondag 6 maart 2011

Naar St. Georges.

Vrijdagmorgen zijn we nog een keer met de bus naar St. George´s gegaan. Nog even het sfeertje van dit eiland proeven voor we weer vertrekken van Grenada. De trip met de bus is altijd weer een belevenis. Deze keer stond de bijrijder al bij de aanlegsteiger van de bijbootjes om klanten te werven. We vertrokken met 3 passagiers, wat veel te weinig is, hij reed dus maar wat extra rondjes over de rotonde en een parkeerplaats bij wat winkels wat toch weer een paar extra klanten opleverde. Onderweg wordt er naar iedereen getoeterd waarvan ze het vermoeden hebben dat ze met de bus mee zouden willen. De bijrijder gaat zelfs zover dat hij aan de overkant een mevrouw met haar boodschappentassen op gaat halen. De bus zit inmiddels behoorlijk vol als er een mevrouw met een grote doos en een zeer grote tas aan de kant staat. Na wat onderhandelen (ze neemt natuurlijk extra plaats in) mag ze mee en worden wij verzocht om naar een ander plekje te verhuizen zodat de bagage ook mee kan. Drukknoppen om aan te geven dat je er bij de volgende halte uit wilt zijn er niet. Als je wilt dat de bus stopt klop je even tegen het dak. Zit degene die eruit wil op de achterbank moeten de mensen die op de klapstoeltjes zitten er ook even uit. Deze worden er daarna weer in gepropt en verder gaat het weer. Deze koopman wordt wel wakker als iemand iets wil kopen. De koopwaar wordt ter plekke gemaakt. Over illegale cd´s wordt niet moeilijk gedaan.

In St. George´s gaan we nog even de markt op om wat kruiden en fruit te kopen. Een rasp en verse nootmuskaat moet je hiervandaan in ieder geval meenemen. In de stad zijn nog restanten van gebouwen te zien die verwoest zijn door de orkaan Ivan in 2004. Voor de kerken proberen ze geld voor de restauratie in te zamelen, dat is nog niet helemaal gelukt. ´s Avonds was er in de baai extra lang happy hour met muziek. Er speelde een steelband die bekende nummers op de trommels speelde, heel mooi om te horen. Na dit optreden was er nog een andere band die nog een paar uur de stemming erin hield.

Wij hadden ons verheugd op een Caraïbisch carnaval omdat dit in Trinidad nogal uitbundig gevierd wordt. Nu blijkt dat er verschillende data zijn waarop dit op de eilanden gevierd wordt. Op Grenada pas in augustus. Dat was even slikken. Als je in deze periode hier bent wil je daar toch iets van meemaken. Gelukkig hebben we gelezen dat op Carriacou, het volgende eiland op de route, wel dit weekend carnaval wordt gevierd. Wij zijn hier vandaag, zaterdag naartoe gevaren en hopen iets van het feest mee te maken. De Brabantse feestvierders wensen we leutige dagen!

vrijdag 4 maart 2011

Autopech.

Donderdagmorgen wilden we naar het Grand Etang National Park (ook een tropisch regenwoud) om daar een wandeling te maken. Woensdag had ik onderweg een stuk berm gezien wat helemaal afgezet was met geschilderde autobanden, daar wilde ik nog graag een foto van maken.

We stoppen dus bij dat stuk weg en na het maken van de foto wilden we verder rijden. Helaas startte de auto niet meer, de accu was helemaal leeg. Gelukkig hadden we het telefoonnummer van het verhuurbedrijf bij ons en na een telefoontje van ons kwamen ze behoorlijk snel naar ons toe. Met behulp van een startkabel deed de motor het weer. We moesten terug naar het verhuurbedrijf om daar een nieuwe accu in de auto te laten zetten, dan konden we weer verder. Voor ons niet zo interessant omdat we dan al 3 uur onderweg waren en er op die manier weinig tijd overbleef om te wandelen. We hebben onderweg nog wat boodschappen gehaald bij een supermarkt en de auto maar ingeleverd. Bij de supermarkten hier kun je weinig vers fruit kopen.

Hiervoor ben je aangewezen op stalletjes langs de weg of op een rijdende groente- en fruitboer. Deze verkopen meestal de oogst van hun eigen stukje grond. We boften dat er ´s middags een vlakbij de steiger voor de bijbootjes stond, daar hebben we lekker vers fruit kunnen kopen.

donderdag 3 maart 2011

Met de auto op pad.

Woensdagmorgen zijn we vroeg op pad gegaan met een auto die we voor 2 dagen gehuurd hebben. Op de boot hebben we al een route uitgestippeld langs een aantal punten die we willen zien.

Onze eerste stop is bij het nootmuskaat station in Gouyave, een van de verzamelpunten waar de boeren hun product naartoe brengen.

We krijgen een rondleiding en horen dat alle delen van de vrucht worden gebruikt. De buitenkant voor crèmes, de rode schil om de noot wordt gedroogd en als kruid gebruikt (foelie) en de noot moet 6 weken drogen voor hij verscheept wordt over de hele wereld.

Het verhaal gaat dat een dokter, die in het begin van de 19de eeuw in Oost-Indië had gewoond, de eerste nootmuskaat mee naar West- Indië had genomen om de smaak van zijn punch te verhogen. (Als je hier een rumpunch bestelt raspen ze er ook nootmuskaat over wat inderdaad heel lekker is.) De bomen kwamen in 1843 naar Grenada en bleken hier heel goed te gedijen. Nootmuskaat werd zo belangrijk voor het eiland, dat de vrucht op de nationale vlag staat afgebeeld. Grenada produceert 1/3 van de wereldopbrengst.

Hierna maken we een stop bij de River Antoine Rum Distilleerderij waar je al bijna de hoogte krijgt van de lucht als je het terrein oploopt. Aan het einde van de rondleiding mag er ook geproefd worden van pure rum, met een alcoholpercentage van 80%, en een paar variaties met vruchtensap die met een alcoholpercentage van 16 % een stuk lekkerder smaken.
Na de rum gaan we naar het Belmont Estate waar cacao geproduceerd wordt. Als je ziet hoe bewerkelijk het proces is begrijp je beter waarom goede chocolade best prijzig is. De boeren brengen de pitten van de net geoogste cacaovruchten naar de fabriek waar zij eerst worden gefermenteerd, daarna worden ze buiten gedroogd op lange houten bakken, waar ieder half uur iemand door de bonen loopt om ze om te woelen, daarna worden ze gepolijst en vervoerd naar chocolade fabrieken.

Cacao lopen.

De droogbakken kunnen ´s nachts en als het gaat regenen onder een afdak gereden worden.
Na al deze informatie wilden we even rondlopen in Grenville. Hier werden we gelijk aangesproken door een man die vroeger op een cruiseboot had gewerkt en ons rond wilde leiden, waarbij hij ook allerlei informatie aan ons kwijt wilde.

We hebben een klein stukje met hem rondgelopen en bij het eerste terrasje gezegd dat we liever even wat wilden gaan drinken. Voor 1 dag hadden we genoeg nieuwe kennis te verwerken.