woensdag 18 mei 2011

Via Tortola naar Jost van Dyke.

Donderdag zijn we naar Tortola gevaren, het grootste en dichtstbevolkte eiland van de Britse Virgin Eilanden. Volgens de pilot is Road Town een levendige stad waar iedere dag een cruise schip aanlegt. Dit is verleden tijd, de winkels stellen niet veel meer voor en veel leven zit er niet in de meeste restaurants,

behalve bij Pusser´s, daar zit het behoorlijk vol, en we hebben deze dagen geen cruise schip gezien. De recessie heeft hier dus ook toegeslagen.

De haven ligt helemaal vol met huurboten die normaal onderweg horen te zijn met vakantiegangers.
Vrijdagavond hebben we voor de laatste keer samen met Patrick en Judith (Vivente) en Etienne en Denise (La Luna) gegeten. De Vivente hebben we zaterdagmorgen uitgezwaaid, zij zijn onderweg naar Europa.
Zondag zijn we naar Soper´s Hole gevaren, een baai aan de zuidwest kant van Tortola. Dit zag er wel leuk uit, maar was helemaal opgezet voor de toeristen. Dat hadden we na een dag wel gezien en zijn maandag naar Jost van Dyke gevaren dat zijn naam te danken heeft aan een Nederlandse piraat. Eind 16de tot begin 17de eeuw woonden hier voornamelijk Hollandse planters, daarna is het bezet door de Engelsen. Tegenwoordig wonen er nog ongeveer 200 mensen op het eiland die vooral van het toerisme leven.

Ze houden de piraten sfeer levend door de vlaggen en borden, natuurlijk ook voor de toeristen maar hier doet het nog niet zo kunstmatig aan.

Vandaag hebben we een wandeling gemaakt over een gedeelte van het eiland en zijn verder op de boot gebleven omdat de regen alweer uren uit de lucht valt.